Fietsen op Cuba
Waar ga je naar toe met vakantie? Cuba, fietsen. Fietsen op Cuba kan dat? Ja zeker.
In het kader van, vertel eens iets over je hobby, hierbij enkele passages uit het dagboek van mijn fietsvakantie op Cuba.
Wim Leeuw
Vrijdag 14 december 2001 | Düsseldorf - Holguin - Guardalavaca
|
Na een rechtstreekse vlucht van 9 uur arriveren wij op het vliegveld
van Holguin in het oosten van Cuba. We moeten lang wachten voordat onze
fietsen uit het vliegtuig zijn. Zonder problemen door de douane, er staat
een rij van mensen die gecontroleerd moet worden, ernaast 5 douane beambten.
Ik loop er met de 2 fietsen rustig naar toe, de beambten gaan netjes aan de
kant, Dagmar, mijn vriendin, volgt met de fietstassen.
Om na een lange vlucht niet gelijk 60 km te hoeven fietsen, hadden we in
Nederland vervoer van vliegveld naar hotel geregeld. Is er (natuurlijk)
niet. Na lang wachten een andere reisleider gevraagd, deze kent het bedrijf
niet wat ons zou komen afhalen. Hij verwijst ons naar een bus die wel naar
het hotel gaat, maar niet voor ons bedoeld is. Na enig onderhandelen in het
Engels, Duits en Spaans mogen we, tegen betaling, mee. De fietsen, die de
vlucht perfect hadden doorstaan, worden met veel moeite, onder in de bus in
de kofferruimte gepropt.
Zaterdag 15 december 2001 | Guardalavaca
|
We maken eerst een proefritje, 50 km. Heuvelachtig met venijnige
klimmetjes. De alcohol van gisteravond en het (te) stevige ontbijt spelen
hierbij een grote rol. Prachtige omgeving. Langs bananen-, kokosnoot-, en papayaplantages. Niet alleen de planten natuur is wonderschoon, ook de
mensen zijn prachtig. En soms gevaarlijk. Al kijkende naar het vrouwelijk
schoon let ik niet goed op de weg en fiets ik in een gat in de weg. Gelukkig
niet te diep en het loopt goed af. Toch uitkijken met al die schoonheid om
je heen.
De wegen zijn erg rustig, er zijn niet veel auto's op Cuba. De meeste
Cubanen verplaatsen zich te voet of met het openbaar vervoer; vrachtauto's
of bussen. De in Nederland afgeschreven DAF lijnbussen rijden ons veelvuldig
voorbij. Lijn 93, richting Arnhem staat er nog steeds op, komt ons in een
grote dikke stikkende dieselwolk tegemoet.
Tijdens een drinkstop komt een oude Cubaan naar ons toe. Hij wil een praatje
te maken. Nadat ik hem vertel dat ik uit Ollanda kom, steekt hij een heel
verhaal af. Ik begrijp er niets van. Alleen het woord imperialisten keert
regelmatig terug. Hij kijkt vriendelijk, maar of de strekking van zijn
verhaal ook zo vriendelijk is, betwijfel ik.
Zondag 16 december 2001 | Guardalavaca
|
Maandag 17 december 2001 | Guardalavaca - Mayari ( 85 km )
|
Onze eerst echte fietsdag. We verlaten het hotel om 06:00 uur
en fietsen de eerste uren in regen. Daarna breekt de zon door en wordt het
gloeiend heet. In de heuvels is de natuur prachtig, later op de vlakte
fietsen we uren door rietsuikervelden, saai. Waar asfalt ligt zijn de wegen
redelijk, soms ontbreken enkele honderden meters verharding. Dan is het
ploeteren, vooral nu, omdat het stevig geregend heeft.
Bemodderd bereiken we een eerste hotel. Gelukkig is er een kamer vrij, maar
moet nog schoongemaakt worden. Niet erg, een paar pilsjes en wat eten in een
nabij gelegen restaurant gaat er goed in. Nog steeds bemodderd gaan we naar
de kamer, waar er geen water uit de kraan komt. Ik vraag of er water is, ja,
komt er aan. Na een uur komt er een miezerig koud straaltje water uit de
douchekop. Niet wetend hoelang er water zal blijven, springen we er met z'n
tweeën onder, eerst met kleding, om deze ook een beetje schoon te krijgen
onder. Het water verdwijnt weer als we schoon zijn. Water schijnt toch en
groot probleem te zijn. Er is een 'mooi' zwembad bij het hotel, maar zonder
water. En dat alles voor $22. Het hotel ziet er erg vervallen uit. Het is
zoals in meer (voormalige) communistische landen, neergezet maar er is nooit
onderhoud gepleegd. Toch zijn de mensen zelf zeer schoon, er wordt veel
gedweild en gepoetst.
We bezoeken 's middags een dollarwinkel. De meeste Cubanen, die dollars
bezitten, kopen zeep, shampoo of wasmiddelen. De andere winkels, waar je
alleen met de peso kunt betalen zijn akelig leeg.
Het diner bestaat vanavond uit goulash, rijst en koolsalade. Er is een
uitgebreide menukaart voor Cubanen in peso's en voor buitenlanders in
Amerikaanse dollars. Een ieder krijgt de menukaart voor zijn neus en een
ieder krijgt ook hetzelfde eten. Er is verder niets anders.
Dinsdag 18 december 2001 | Mayari - Moa ( 98 )
|
Honderd kilometer hier in de heuvels is eigenlijk te veel voor één
dag. De dag begint goed, geen wind en aangenaam koel. Om 10:00 uur komt de
zon te voorschijn. Meestal ben ik daar blij mee. Nu in de brandende zon
tegen de wind heuvels beklimmen is het met de zon erg zwaar. Mijn vriendin
roept op elke heuveltop, waar ik op haar wacht, 'Ich fall tot vom rad'. Als
ze enkele heuvels verder nog levend in het zadel zit gaan we toch maar
verder. We kunnen ook niet veel anders, omdat er hier verder geen hotels
zijn.
In een volgend dorp treffen we zowaar een terras aan. We spreken daar een
jongeman, die voor leraar studeert. Omdat hij op dit terras werkt, mag hij
met buitenlanders praten, voor Cubanen is het officieel verboden contact te
hebben met toeristen. School en medische zorg zijn in Cuba gratis verteld
hij. Als hij afgestudeerd is verdient hij 168 peso per maand, ongeveer 6
dollar. Het blikje cola op het terras kost één dollar!
Verder op de fiets in de brandende zon. Dan begint het te regenen, aangename
verkoeling. Toch is de laatste drie uur fietsen in de regen ook niet zo
aangenaam meer. We vinden een hotel. Zonder de prijs te vragen nemen we de
kamer. We zij doornat en doodmoe. Fietsen op de derde etage op het balkon,
douchen en dan een pilsje.
Tijdens het diner zie ik een voor mij vreemd ritueel. Aan tafel naast ons
zitten schijnbaar belangrijke mensen. Ze roepen gasten van andere tafels bij
zich, praten, daarna wordt de gast een slok uit eigen glas aangeboden. Wat
door de gast in dank aanvaard wordt.
Woensdag 19 december 2001 | Moa - Baracoa ( 77 )
|
De volgende 80 km brengen ons naar de allereerste stad van Cuba, Baracoa. Voordat we daar zijn, moeten we weer de nodig heuvels beklimmen.
Sommige daarvan zijn zo steil dat het zelfs lopend met de fiets zeer zwaar
is. Zigzaggend om de grote gaten in de weg gaat het heuvelafwaarts ook niet
veel sneller.
Aangekomen in hotel La Rusa, gesticht door een Russin en eens rustplaats
voor Fidel Castro, Che Guevara en vele Amerikaanse filmsterren, willen we
zoals altijd eerst een pilsje drinken. Geen bier aanwezig, dan maar, in Cuba
stijl blijvend, Cuba Libre (Cola rum). Hakt er direct in op nuchtere maag.
Tijdens het eten bestellen we toch een tweede, smaakt goed. Ook hier in de
bar annex restaurant 's middags om 13:00 uur al veel beschonken Cubanen. Zij
drinken de rum zoals wij niet met cola, maar puur. Elke bekende die
binnenkomt mag/moet een glas meedrinken.
Donderdag 20 december 2001 | Baracoa - Cajobabo (55 km )
|
Van de volgens de boeken gemiddeld 6 dagen regen in
december hebben we er al 5 gehad. De gehele nacht heeft het geregend, de
vloer van de hotelkamer staat blank. We vertrekken in een miezer regen. Na
10 minuten gaat dit over in een stevige regen. Maar ach wat deert het, je
bent toch al nat en het is niet koud. Vandaag een bergetappe, de hoogste
bergweg van Cuba. Klimgeiten zijn we niet, we doen dan ook 4 uur over 30 km,
waarbij veel gelopen wordt. Vlak voor de top breekt de zon door, daar
drinken we enkele cola's. Als er dan op één meter afstand van je zitplaats
een kolibrie honing uit de bloemen begint te halen, is de ellende gauw
vergeten.
In de gloeiende zon een lange afdaling. We zijn nu aan de zonzijde van de
bergen.
Buiten de toeristen gebieden is comfort ver te zoeken. Dat is iets wat ik na
een lange fietsdag toch wel mis. Een lauw biertje is dan nog wel te
verteren. Maar het hutje aan zee waarin we overnachten biedt buiten het bed
geen enkel ander meubelstuk. Water komt er nauwelijks uit de kraan. Geen
toiletpapier aanwezig, zijn we inmiddels wel gewend, maar het toiletpapier
's avonds als servet naast je bord te vinden is nieuw voor mij.
Er staan 75 hutjes, waarvan er nu één bezet is. Het restaurant wordt
speciaal voor ons geopend. De beheerder is erg vriendelijk en doet zijn
uiterste best ons een goed maal aan te bieden. Koud varkensvlees, tomaten,
rijst, koolsalade en gebakken bananen. We vragen om frisdrank, omdat we het
water hier niet vertrouwen. Het duurt even, dan komt hij terug met verse
sinaasappels waarvan een heerlijk sapje wordt gebrouwen met rietsuiker en
ja, aangelengd met water. Als er zoveel moeite voor gedaan is, is het
moeilijk te weigeren.
Vrijdag 21 december 2001 | Cajobabo
|
Om uit te rusten blijven we hier nog een dag. Ook het ontbijt wordt
met zorg bereid. Wederom met een heerlijke vruchtensap. De regen is nu ook
over de bergen gekomen, een dagje aan het strand kunnen we dus wel vergeten.
Mijn darmen beginnen wat al te actief te worden. We hebben nog maar één fles
zuiver drinkwater. Hier kunnen we alleen bier en rum kopen. Op geen enkele
fietsvakantie was het zo moeilijk drinkwater te vinden.
Het is vrijdag, in de loop van de middag stroomt het kamp vol met
schoolkinderen, die hier gratis een weekeinde mogen doorbrengen. Voor ons
wordt die avond een grote vis gebakken. De schoolkinderen krijgen een bordje
met een beetje rijst en ongeveer 10 dobbelsteentjes blikvlees, wat ze in 3
minuten naar binnen werken.
Mijn darmen zijn nog steeds onrustig. Na het eten neem ik hiervoor mijn
'eigen' recept; 2 immodium, 1 bacteriekiller, 1 pijnstiller en voor het
slapen gaan nogmaals 2 immodium en een slaapmiddel.
Zaterdag 22 december2001 | Cajobabo - Guantanamo ( 102 km )
|
's Morgens weer 'gezond' op de fiets. Guantanamo is het volgende doel,
100 km verder. Ik maak me zorgen omdat we nog steeds te weinig water hebben.
Gelukkig , na 40 km een dollarwinkel, waar we achter gesloten deuren water
en cola zien staan.
De winkel opent pas een uur later. Nu is een uur wachten
in de vakantie niet zo erg, maar later op de dag een uur langer in de
brandende zon fietsen wel. We maken dan ook misbruik van ons
buitenlanderschap, kloppen op de deur en maken een drink gebaar. De vele
Cubanen moeten wachten, wij mogen naar binnen. Voor honderd km gebruiken we
ongeveer 4 liter water en 6 blikjes cola, eten doen we na het fietsen. De
tocht voert ons deze keer vlak langs de oostkust met de wind in de rug. We
hebben de gehele reis zo gepland, dat we de, volgens de boeken, constante
noordoosten wind zoveel mogelijk in de rug hebben.
Zondag 23 december 2001 | Guantanamo - Santiago de Cuba ( 90 km )
|
Waar ter wereld maak je dit nog mee; twee uur heerlijk
fietsen op een autopista (snelweg) , deze te delen met een stuk of twintig
auto's, onderwijl genietend van prachtige vergezichten met links achter de
opkomende zon. Een prachtige tocht van 90 km naar Santiago de Cuba, langs
weilanden, bossen, drukke dorpjes en nu links steile bergen. Heb wel het
gevoel dat we steeds aan het stijgen zijn, wijt dit echter aan spierpijn.
Met een kilometers lange afdaling, blijkt het gevoel toch terecht geweest te
zijn.
We vragen een motorrijder naar een bepaalde straat. Hij probeert het uit te
leggen, maar dan gebaart hij ons hem te volgen. We volgen, links, rechts op
en neer, door smalle eenrichtingsstraatjes komen we in de buurt van het oude
centrum. Deze keer overnachten we in een casa particular (pension). Een
groot huis met binnenplaats, daar omheen enkele kamers. Sinds enkele jaren
staat Fidel Castro dit toe.
Men mag echter geen personeel in dienst hebben
en moet flink belasting betalen, of de gasten nu wel of niet komen.
Santiago de Cuba is de tweede stad van Cuba. Het krioelt hier van de
jinetera's (jonge vrouwen van plezier), die hoofdzakelijk Europese clientèle
hebben. Officieel is prostitutie in Cuba verboden, maar hier, met bijna op
elke straathoek een politieagent, wordt het toch toegestaan.
Op de bank, waar we traveler cheques wisselen zien we bij de valuta al de
Euro als de "verenigde Europese munt" vermeld.
Maandag 24 december 2001 | Santiago de Cuba - Chivirico (71 km )
|
Dinsdag 25 december 2001 | Chivirico - Marea del Portillo ( 105 km )
|
Eerste kerstdag, geen sneeuw, wel volop zon. Het is moeilijk plannen
met slechte kaarten. Vandaag zou 85 km moeten zijn, het worden er 105. Mooie
weg, vlak langs de kust. Af en toe eventjes steil door de heuvels. We willen
ons met kerstfeest trakteren op een hotel met wat meer comfort en luxe, maar
de herberg is vol.
Op het naar, het gelukkig nabij gelegen, volgende hotel.
Daar is ook geen plaats, maar zegt men in het vorige hotel nog wel. Na
enkele telefoontjes en een uur wachten kunnen we toch terecht in het eerste
hotel.
We eten vanavond bij kaarslicht. Bij de ingang van het restaurant zingt een
kerstman. Overal staat kerstboompjes met flikkerende lichtjes en constant
hetzelfde liedje spelend. Echt in kerststemming komen we niet.
Woensdag 26 december 2001 | Marea del Portillo
|
Nog een dag in dit luxe all-inclusive hotel. Mooi weer, dus lekker
dagje aan het strand. Na de middag begint het echter weer te regenen.
Donderdag 27 december 2001 | Marea del Portillo - Manzanillo ( 102 km )
|
Vandaag een Hollandse dag. Neem voor het suikerriet, de
maïs en met weilanden, koeien, akkers, forse tegenwind en miezerregen een
Hollands weertje.
Over het algemeen is de bewegwijzering goed. Af en toe ontbreekt deze, maar
op elke kruising staan altijd tientallen mensen op vervoer te wachten. Ze
vertellen je graag welke kant je op moet. De wegen zijn redelijk. Is de
rechterkant wat slechter, dan kun je gerust een kwartier links gaan rijden,
zeer weinig autoverkeer dus. De Cubanen rijden voorzichtig, ze houden
rekening met fietsers. De buitenlanders en dronken Cubanen veroorzaken de
meeste ongelukken lees ik in mijn lonely planet boek.
Vrijdag 28 december 2001 | Manzanillo - Las Tunas ( 100 km )
|
We komen twee Engelsen op een tandem tegen.
Wisselen onderkomens uit. De bagage van die twee is zo miniem dat hun beider
tassen in één van mijn fietstas passen. We slepen toch weer te veel mee.
Zaterdag 29 december 2001 | Las Tunas - Camaguey ( 134 km )
|
Lange tocht vandaag, 134 km. Gelukkig de gehele tijd wind achter gehad.
Het Gran Hotel in Camagüey is vol. We vermoeden echter dat ze geen vieze
fietsers willen opnemen. We laten ons 'oppikken' en naar een casa particular
brengen. Douchen en dan de stad in. Slenteren door de mooie straatjes. Uit
een kerk klinkt kindergezang, we lopen door de openstaande deuren naar
binnen. Met alle respect voor andere geloven, dit is voor mij de gezelligste
kerk waar ik ooit in geweest ben. Kinderkoren treden beurtelings op,
kinderen en ouderen in de kerk zingen mee. Mensen lopen in en uit en praten
met elkaar, we blijven op de achterste bank een tijdje luisteren. Verder de
stad in, van een binnenplaats klinkt muziek. We lopen erheen, blijkt het
stads cabaret te zijn, muzikanten en zangers vermaken het publiek met
verschillende soorten Cubaanse muziek.
Zondag 30 december 2001 | Camaguey - Ciego de Avila ( 110 km )
|
Maandag 31 december 2001 | Ciego de Avila - Trinidad ( 151 km )
|
We hebben genoeg provincie stadjes gezien en besluiten vandaag twee
dag etappes te doen, 151 km. Oudejaarsdag, we fietsen door Sancti Spiritus,
de Cubanen zijn al vroeg in spirituele sferen. Van een vrachtauto wordt
gebotteld ongelabeled bier verkocht. Vanuit een gesloten vrachtauto koopt
men via een luikje goedkope rum. In het centrum loopt een ieder om 11:00 uur
's morgens al vrolijk zingend rond.
Onderweg rijden twee Cubaanse jongens van ongeveer 16 jaar een tijdje met
ons mee. De een heeft een rugzak met daarin enkele flessen rum. Af en toe
stoppen ze en nemen een slok. Mij wordt ook de fles aangeboden. Neen dank je
ik moet nog 50 km. Toch verlies ik sprintje tegen een heuvel op met een van
hun.
Op een volgende heuvel wacht ik op Dagmar, 5, 10 minuten, duurt nu toch wel
erg lang. Fiets terug, kom haar halverwege de heuvel lopend tegen ,
fietsketting gebroken. Ik frutsel de ketting weer in elkaar, deze houdt het
zowaar nog 30 km vol. Vlak voor onze bestemming, Trinidad, breekt de ketting
weer. We lopen naar een hotel, waar ik de ketting met een powerlink repareer.
Het nieuwe jaar vieren we met enkele Duitsers die met een bus een rondtoer
maken. In het hotel wordt een varken geroosterd en 's avond treed er een
cabaret op.
We zijn nu in het midden van Cuba. Hier heerst toch een beduidend andere
communistische sfeer. De zichtbare armoede is duidelijk minder. De rijkdom
aan goederen in de meerdere dollar winkels is verbazend. Er verschijnen
cafeetjes met terras lang de kant van de weg. In de steden zijn complete
winkelstraten waar, met dollars, alles te koop lijkt te zijn. Een schril
contrast met het oosten van Cuba, waar per dorp maar een enkele dollar
winkel is en waar duidelijk meer zichtbare armoede heerst.
Dinsdag 1 januari 2002 | Trinidad
|
We blijven nog een dag in Trinidad. Het centrum van deze stad is
door de UNESCO op de lijst van werelderfgoed geplaatst. Een werkelijk
prachtig bijna geheel gerestaureerde binnenstad.
Woensdag 2 januari 2002 | Trinidad - Cienfuegos ( 85 km )
|
Donderdag 3 januari 2002 | Cienfuegos - Playa Larga ( 135 km)
|
In tegenstelling tot andere dagen mogen we onze fietsen
niet op de kamer meenemen, maar worden in het bagagedepot geplaatst. Als ik
's morgens de fietsen haal wil de deur van deze kamer niet open. Het is mij
niet duidelijk of de sleutel weg is, of dat de deur klemt. Ik maak duidelijk
dat ik toch graag nu mijn fietsen wil hebben. Dan doen ze niet flauw, een
potige kerel zet zijn schouders tegen de deur, en na meerdere beuken,
duikelt hij met deur en al de kamer binnen. Ik mompel gracias, pak de
fietsen en ben weg.
In het donker nog laten we ons met een kleine veerpont de baai van
Cienfuegos overzetten. Aan de andere kant gekomen begint het al licht te
worden. Ik zoek een zandweg langs de kust, die volgens de boeken goed te
fietsen moet zijn. Na enkele vergeefse pogingen, doodlopende, paden in te
fietsen vraag ik. Vijf km verder verteld een vrachtwagenchaffeur. Doen we.
Daaraan gekomen wijst men ons hardnekkig in een richting die ik niet wil.
Zelfde doel , via harde weg, maar 50 km langer. Na enkele antwoorden, dat de
kustweg 'impossible' is geef ik het op en nemen we dan toch maar de omweg.
We fietsen door mistroostig weer en landschap. In de verte staat een half
afgebouwde kernreactor. Toen de geldkraan uit Rusland werd dichtgedraaid,
werd de bouw stilgelegd.
Vandaag komen we bij de varkensbaai aan. De baai op zich stel niet veel
voor. Maar alleen al om wat hier vroeger gebeurt is, wil ik het toch gezien
hebben.
Vrijdag 4 januari 2002 | Playa Larga
|
We blijven een dag aan de varkensbaai. De sporen van de orkaan Michelle,
die hier november vorig jaar overkwam, zijn nog duidelijk zichtbaar.
Omgewaaide bomen, kustweg weggeslagen (gelukkig weer hersteld). De houten
huisjes met plamdak zijn totaal ingestort, ernaast staat vaak een stenen
huis in aanbouw.
Zaterdag 5 januari 2002 | Playa Larga - Matanzas ( 122 km )
|
Vanmorgen is het ijskoud. De
eerste weken heb ik de gehele dag in T-shirt, fietsbroek en sandalen
gefietst. Vandaag trekken we wat meer kleding aan, de eerste uren hebben we
het toch nog steeds koud. We fietsen vandaag van de zuid- naar de noordkust
van Cuba, 120 km.
Dat je als toerist in de wat armere landen, het dubbele of soms het
drievoudige betaald, ben ik inmiddels wel gewend. Echter hier in
bijvoorbeeld de restaurants wordt de peso gelijk gesteld aan de dollar,
terwijl je bij het wisselen 27 peso voor een dollar krijgt. De Cubanen
betalen voor hetzelfde eten in peso's, wij in dollars.
Zondag 6 januari 2002 | Matanzas - Havana Playa del Este ( 89 km )
|
Op weg naar Havana. We besluiten, omdat het weer mooi weer geworden
is, om vlak voor de grote stad nog even een hotel aan het strand te nemen.
Douchen, lunch en dan ... harde wind en donkere wolken. Het weer slaat
regelmatig zeer snel om.
We verblijven in een hotel, waarvan ik in later in de lonely planet lees dat
het eten verschrikkelijk is en dat de disco wegens prostitutie gesloten is.
Mijn waardering; het eten smaakt net zo algemeen als in andere buffet hotels
en het bier is weer goed.
Maandag 7 januari 2002 | Havana Playa del Este - Havana centro (20 km )
|
We fietsen verder naar het centrum van Havana. Om daar te komen moeten
we door een tunnel, deze is verboden voor fietsers, dat weten we. Een bus
moet ons door de tunnel brengen. We denken door te fietsen totdat we de bus
zien. Dan staan we opeens voor de tunnel en worden we door de politie
teruggestuurd.Enkele kilometers terug wijst iemand ons de standplaats van
de bus aan. Een dubbele bus waar alle stoelen uitgesloopt zijn. Voor 2 peso
gaan we in de bus door de tunnel.
We hebben een visum voor 30 dagen, en moeten dat hier verlengen. Met een
taxi naar de andere kant van de stad. De weg voert ons over de Malecon, de
boulevard van Havanna. Het waait nog steeds stevig. Op eens een grote golf
en we zien alleen nog maar water. Stoppen. De taxi neemt snel een ander
straat, weg van de kust.
Bij het immigratie kantoor aangekomen, wachten in
de rij. Het verlengen kost $25, maar dit moet met zegels betaald worden.
Deze zegels moeten weer bij een bank gekocht worden. Terug naar een bank,
zegels kopen, terug naar het immigratie kantoor. De rij is inmiddels stukken
langer geworden. We worden per 5 personen binnengelaten. Een aardige mevrouw
vraagt me van alles, ik versta niets. Toon haar de sleutel van het hotel, ze
begint te schrijven en ik krijg mijn verlengde visum.
Havana is een fantastisch mooie stad. Prachtige gebouwen. Je merkt hier
eigenlijk niets van de armoede die in het oosten van Cuba heerst. Alles is
hier te koop, en niet goedkoop. Een pilsje op het plein voor de kathedraal
kost me $3. In het oosten heb me verbaasd over het ingenieus gemaakte eigen
speelgoed. Een autoped gemaakt van enkele plankjes en twee kogellagers, zag
er heel mooi uit. Hier zie ik de jeugd op de modernste inline skates voorbij
vliegen.
Vanavond eten we in een paladares, een niet door de staat gedreven
restaurant. We zitten met enkele ander mensen heerlijk te eten. Er komen nog
meer mensen binnen, ze moeten wachten. Er zijn nog tafels vrij, maar geen
stoelen. Om de staatsrestaurants niet te veel concurrentie aan te doen, mag
een dergelijk restaurant maar maximaal 10 stoelen hebben.
Dinsdag 8 januari 2002 | Havana centro - Bahia Honda ( 102 km )
|
We verlaten Havana weer. De hoofdweg is erg druk. Opeens fietsen we
alleen met de auto's. De Cubanen die met ons op fietsten zijn verdwenen.
Verboden te fietsen? We gokken en rijden rustig door. Dan worden we
tegengehouden door de policia. Ik zeg vriendelijk goedemorgen Hij zegt dat
we hier niet fietsen mogen en wijst ons vriendelijk de juiste weg. De
politie is je beste vriend.
Na een uur zijn we Havana weer uit, en na anderhalf uur hebben we de
autopista weer voor ons alleen. De weg wordt weer heuvelachtig, met
prachtige vergezichten. De mensen zijn hier druk bezig het suikerriet binnen
te halen. Hier gebeurt dit nog met hakmes en ossenwagen, in centraal Cuba,
op het vlakke land, oogst men ongeveer zoals in Nederland de maïs geoogst
wordt.
In Bahia Honda nemen we weer een pension. Of we vanavond kreeft willen eten?
Graag. Kost $8 extra. We vragen of we kunnen douchen. Nog even wachten, er
wordt een pan op het vuur gezet om water te verwarmen en na enkele minuten
kunnen we 'douchen' met een emmer lauw water.
We smullen van de kreeft. Goede saus, bruine bonen soep, rijst en salade.
Wat overblijft wordt later door moeder en zoon gegeten. We gaan vroeg naar
bed. Onze fietsen zetten we naast een tweede bed wat achter een schotje op
onze slaapkamer staat.
Woensdag 9 januari 2002 | Bahia Honda - Vinales ( 84 km)
|
's Morgens als ik de fiets pak, blijkt de vrouw des huizes in het bed
naast ons de te slapen. Ik probeer voorzichtig te fietsen te pakken, eentje
valt er om, kan hem nog net vastpakken. Toch is mevrouw wakker geworden. Ook
goedemorgen. Er is geen water. Dan maar zonder te wassen op de fiets. Als ik
mijn fietstas inpak vind ik daaronder een dode kakkerlak van ongeveer 4
centimeter. Bij het inpakken van de tweede tas kruipt er, net voordat ik hem
dicht wil doen, een dergelijk levend exemplaar uit.
Vandaag zijn we in Vinales, een prachtig berglandschap. We nemen een
zwavelbad, en blijven enkele dagen stinken.
Donderdag 10 januari 2002 | Vinales
|
Vrijdag 11 januari 2002 | Vinales - San Diego de las Banos ( 59 km )
|
Vandaag nemen we een volgens het boek een "little known" binnenweggetje. Klopt, heel weinig verkeer, prachtige bosrijke
omgeving, steile heuvels, waar we zelfs lopend met moeite tegenop komen.
Wegwijzering is er niet, maar met de aanwijzingen uit het boek en af en toe
te vragen aan de enkele persoon die we zien komen we toch waar we wezen
willen.
In het dorp is een badhuis, waar je een modderbad kunt nemen. Hebben we nog
nooit gehad, dus maar een keer proberen. We worden de kelder van een groot
donker oud gebouw ingevoerd, waar we door een grote dikke vrouw ingesmeerd
worden met warme zwavel modder. Daarna toegedekt en blijven we een half
uurtje heerlijk ontspannend liggen. Daarna moet de modder er weer af. Dit
gaat erg moeilijk met half opgedroogde modder op je lijf onder een douche
met een piesstraaltje.
Zaterdag 12 januari 2002 | San Diego de las Banos - Soroa ( 61 km )
|
Vanmorgen een klein ongelukje. Water en modder maken
de weg spekglad. Bij het remmen glijdt mijn achterwiel weg. Kan de fiets nog
net recht houden. We fietsen voorzichtig verder. Echter als later de weg
naar de zijkant een beetje schuin afloopt, glij ik onderuit. Een klein
sneetje in mijn vinger, van top tot teen onder de modder, verder alles oké.
Zondag 13 januari 2002 | Soroa
|
Maandag 14 januari 2002 | Surgidero de Batabano - Matanzas ( 112 km )
|
Het is gelukkig niet zo koud meer. We kunnen weer in T-shirt 's
morgens fietsen. We vertrekken meestal als het nog donker. De mooiste
tijd van de dag is, is voor mij, als de zon opkomt. Vanmorgen zien we
eerst de rode gloed tegen de onderkant van de wolken die boven de bergen
hangen. Dan de rode schemering aan de horizon. Daarna de rode zon die
langzaam opstijgt. De heerlijke koelte van de ochtend met het prachtige
licht. In de middag is deze zelfde zon gloeiend heet en zijn we blij dat
we een pension gevonden hebben. De eigenaar vraagt $50. Dit vind ik veel
te veel voor deze uithoek van Cuba. We komen uit op $30 met eten en
bier.
Ons paspoort hoeft hij niet te zien. Illegaal pension? Ik begrijp
niet hoe dit in een (streng) communistisch land mogelijk is, vele mensen
hebben ons zien binnengaan. Is de communistische controle niet zo streng
meer?
's Avonds kijken we met de familie naar de televisie. Het gaat over de
vlucht van de vele Mexicanen naar Amerika. De eigenaar begint over de
vlucht van de Cubanen naar Florida in 1980. Ik begrijp uit zijn woorden
dat nog steeds vele Cubanen wel weg willen. Jammer dat we geen Spaans
spreken. Toch heeft hij het volgens mij niet slecht; TV, Stereo, Video
en koelkast.
Dinsdag 15 januari 2002 | Surgidero de Batabano - Matanzas ( 112 km )
|
Vanmorgen fietsen we de eerste drie uur in een dikke
natte mist. Van een Nederlandse vrouw, die met een Cubaan getrouwd is en
hier al 8 jaar woont, horen we dat dit de eerste keer is dat ze hier mist
gezien heeft.
Woensdag 16 januari 2002 | Matanzas
|
Vannacht, een schreeuw. Ik schrik wakker. Een kikker heeft een
tussenlanding gemaakt op de rug van Dagmar. Als we het licht aan doen zit de
klimkikker al weer tegen de muur van de slaapkamer. We vangen hem in een
glas en geven hem daarna, buiten, zijn vrijheid weer terug.
Wederom zijn vandaag mijn darmen zeer actief. De eerder beschreven remedie
werkt nu niet. Dan probeer ik de werkwijze die een dokter in Nairobi op mij
toegepast heeft; na elke stoelgang een immodium. 's Nachts om 01:00 uur
keert de (darm)rust terug.
Donderdag 17 januari 2002 | Matanzas - Varadero ( 60 km )
|
De laatste de fietsdag. We arriveren, na de saaiste rit van onze gehele
fietstocht , in Varadero, het vakantie Mekka van Cuba. Een schiereiland, 17
km lang, bijna geheel volgebouwd met hotels. De meeste gasten arriveren hier
met een toerbus.
Op de fiets binnenkomen wordt dan ook met verbazing
bekeken. De portier geloofd niet dat we hier een kamer geboekt hebben. Een
lijst wordt erbij gehaald en tot verbazing van de portier staan daarop ook
onze namen. In Nederland hebben we het eerste en het laatste hotel, via een
reisbureau, geboekt.
In Varadero is de luxe compleet, het ontbreekt de toerist aan niets.
Vrijdag 18 januari 2002 | Varadero
|
Zaterdag 19 januari 2002 | Varadero - Düsseldorf
|
We beginnen de terugreis. Gisteren heb ik tweemaal laten bevestigen, dat ook
onze fietsen naar het vliegveld vervoerd kunnen worden. Als de tijd daar is,
arriveert er een minibus met 5 personen en hun bagage. Onze fietsen kunnen
niet mee. Er wordt een taxi gecharterd, fietsen half in de kofferbak, half
er buiten. Met een gang van 100, 120 km naar het vliegveld. Wij en de
fietsen komen daar, na een 30 km lange rit, gezond aan. Tot mijn verbazing
hoef ik maar $5 te betalen, dit terwijl ik in Nederland te horen kreeg, dat
per fiets $10 extra in rekening gebracht zou worden.
Bij de douane schrik ik even. De verlenging van het visum is niet correct.
We hebben het visum laten verlangen tot 14 februari en het is nu 19 februari
zegt hij. Het duurt even voordat hij zijn eigen vergissing door heeft, dat
het nu pas 19 januari is. Ondertussen sta ik wel met het zweet op mijn kop.
Bij de controle van de handbagage wacht mij een tweede verassing. Mijn
nagelknipper en nagelschaartje worden 'ontdekt'. Ik moet ze inleveren. Dom
van mij, had ik kunnen weten. Toch een goede controle hier, op de heenreis
zaten deze zaken ook in mijn handbagage, en zijn ze niet gezien.
Al met al een enerverend vakantie. Lichamelijk inspannend, geestelijk
ontspannend. Vroeg op staan en vroeg naar bed. Dit laatste niet alleen omdat
we vaak moe waren, maar ook omdat er buiten de toeristengebieden, behalve
het rum zuipen met de Cubanen, weinig vertier is. Ik vind een fietsvakantie
hartstikke interessant, je bent dicht bij de natuur en dicht bij de
bevolking. De Cubanen hebben respect voor de fietsinspanning, maar ze kijken
heel verbaasd als je zegt dat je per dag 100 km fietst en schudden dan een
beetje meewarig hun hoofd.
Van de 38 vakantiedagen hebben we er 24 gefietst en 2500 km afgelegd, de
resterende 14 dagen zijn de vlieg- en rustdagen. De fietsen hebben het
behalve een gebroken ketting heel goed uitgehouden. Dit in tegenstelling met
andere vakanties waar we nogal vaak met lekke banden en kapotte spaken te
kampen hadden.
Qua mensen en natuur is Cuba, zoals al vaker gezegd, een fantastisch land om
te fietsen. We hebben ons geen moment bedreigd gevoeld. Wat kennis van de
Spaanse taal had het vast nog leuker gemaakt. De Cubaanse keuken heeft me
echter niet kunnen bekoren, ook niet in de luxere hotels. Het best hebben we
in de pensions en de kleine privé restaurants gegeten.
Wim Leeuw
|